De muur aan de zuidkant van de Pancratiuskerk in Godlinze is een lappendeken van verschillende soorten steen. Helemaal onderin liggen grote blokken tufsteen. Dit zijn de oudste bouwstenen. Ze werden uit Duitsland naar Nederland vervoerd en je kunt ze in veel kerken in Groningen en Friesland, maar ook in de rest van Nederland zien. De tufsteen is gestolde lava uit oude vulkanen en werd vooral gevonden in de Eifel, een gebied dat bestaat uit uitgedoofde vulkanen.
Soms zijn de tufstenen blokken op hun plek blijven zitten en heeft men er later andere stenen op gestapeld. Soms zijn de oude muren afgebroken en is de tufsteen op verschillende plekken opnieuw gebruikt.
Onder de tufsteen en hoog in de muur links liggen de lange kloostermoppen. Ze bestaan uit klei die in houten vormen werd gedroogd. Na droging werden de stenen in ovens tot stenen gebakken. Het was een techniek die door de monniken opnieuw in gebruik werd genomen, vandaar de naam ‘kloostermoppen’.
Het grootste deel van de muur bestaat uit bakstenen. Deze stenen zijn regelmatiger gevormd dan de kloostermoppen en lijken op de bakstenen die ook nu nog in de bouw worden gebruikt. Bakstenen worden op dezelfde manier gemaakt als kloostermoppen, maar ze zijn kleiner.