Terpdorp
Wijnaldum heeft ongeveer 350 inwoners en is bekend van zijn koningsterp en prachtige fibula. Het terpdorp, dat in het Fries ‘Winaam’ heet, ligt niet ver van Harlingen. Als je de bewoners van de bijbehorende buurten de Foarryp, de Haule en de bewoners langs de zeedijk bij de bewoners van het dorp optelt, dan kom je op ongeveer 500 bewoners.
De langwerpige terp van Wijnaldum is gedeeltelijk afgegraven. Aan de oostelijke kant, even buiten het dorp, ligt een fietspad waar je de vorm van de terp kunt bekijken, omdat er een steile kant is overgebleven.
Fibula
Een pronkstuk in het Fries Museum is de prachtige mantelspeld (fibula) uit 600 na Christus. Deze fibula is in 1953 bij Wijnaldum gevonden. Hij is heel vakkundig gemaakt van kostbare materialen en was daarom waarschijnlijk van een belangrijk persoon.
De mantelspeld is van zilver. Het zilver is bedekt met een laagje goud. Met dunne wanden van goud is een ingewikkeld patroon gemaakt. De ruimten tussen de gouden wanden zijn opgevuld met een soort rode doorschijnende steen, almandijn.
Van gouddraden is een heel fijn vlechwerkt gemaakt, ‘filigraan’ noemen we dat. Dat filigraan loopt sierlijk langs de omtrek van de fibula.
De fibula is te zien in het Fries Museum en als openbaar kunstwerk in Wijnaldum.
Een fibula werd gebruikt om een mantel op de schouder vast te maken. In plaats van een knoop gebruikte men een fibula, een soort veiligheidsspeld. Fibula’s zijn in alle soorten en maten gevonden. Ze kunnen van ijzer of brons zijn en er eenvoudig uitzien, maar ook rijk uitgewerkt van zilver en goud. De fibula van Wijnaldum was niet compleet en beschadigd door een ploeg, maar gelukkig is er genoeg van over om te kunnen zien dat hij door een groot kunstenaar gemaakt is.
Later werden er ontbrekende delen van de fibula gevonden en door alle losse stukjes bij elkaar te voegen werd duidelijk hoe de fibula er ooit uit heeft gezien. Maar helemaal zeker weten we dat nog niet omdat de sierschijf op de brug tussen de twee grote onderdelen ontbreekt.
Fibula’s werden vaak samen met een dode begraven. De archeologen vermoeden dat deze fibula door een belangrijke vrouw werd gedragen. De fibula’s die in graven van mannen zijn gevonden zijn meestal eenvoudiger van vorm.
Er zijn in heel Europa fibula’s gevonden gemaakt vanaf de 6de eeuw voor Christus tot de 8ste eeuw na Christus. De fibula van Wijnaldum lijkt op vondsten in Groot-Brittannië, Scandinavië en Frankrijk. Hierdoor denken we dat de bewoners van deze gebieden via de Noordzee voortdurend contact met elkaar hadden.
Andreaskerk
De Andreaskerk is helemaal gotisch. Waar je bij andere kerken nog ronde romaanse elementen kunt vinden is dat bij de Andreaskerk niet meer het geval.
De kerk is gebouwd in de laat-gotische stijl van de 15de eeuw. De vensters hebben spitse bogen en de steunberen die de muren verstevigen verspringen in het midden. Dat laatste is ook een typisch gotisch trekje.
De toren stortte in de 17de eeuw in. Hij werd toen weer opgebouwd, maar in de 20ste eeuw kwam er weer een nieuwe toren. Ook die toren is weer gotisch.
De imitatie-gotiek die in de eerste jaren van de 20ste eeuw veel als bouwstijl van kerken en openbare gebouwen werd gebruikt heet ‘neo-gotiek’ (‘neo’ betekent ‘nieuw’).
De heilige Andreas was een discipel van Jezus en een broer van de heilige Petrus. Hij werd 2 dagen gefolterd aan een X-vormig kruis, een vorm die wij nu ‘Andreas-kruis’ noemen.
Station
In de 19de eeuw werden in heel Nederland spoorlijnen aangelegd. Het begon met spoorlijnen tussen de grote steden, maar daarna werden ook op het platteland plaatsen door het spoor met elkaar verbonden. In Friesland werd in 1903 de lijn tussen Stiens en Harlingen geopend. Zo kon men per trein steden als Leeuwarden bereiken. Ook Firdgum had een station op deze lijn.
In de eerste 20 jaar van de 20ste eeuw lag overal op het platteland een fijn vertakt netwerk van spoorlijnen. In de jaren 30, kromp het netwerk weer in. Autobuslijnen boden de reizigers meer stopplaatsen in de dorpen en waren goedkoper te onderhouden. Ook de komst van de auto betekende dat er minder met de trein werd gereisd .
In 1936 sloot de lijn Stiens – Harlingen. Sommige stations langs deze lijn, zoals Wijnaldum, bleven bestaan en kregen een andere functie. De ijzeren spoorrails van veel opgeheven lijnen werd in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gebruikt in de wapenindustrie.